renate van der velde schrijft vandaag een gastblog: 
Binnenkort ga ik met man en kinderen naar Roemenië 
om een
kindertehuis en een bejaardentehuis te bezoeken. 
Dat doen we niet voor het
eerst, 
we zijn al een aantal jaren bestuurslid 
De SCB
ondersteunt kindertehuis Aksza 
en bejaardentehuis Siloam financieel en
materieel. 
We gingen voor het eerst met onze kinderen 
naar Roemenië in
2010. 
Onze meiden waren toen 3, 5 en 7 jaar. 
Ze waren nog nooit in Roemenië
geweest, 
maar ze deden alsof het volstrekt vanzelfsprekend was 
om een
kindertehuis te bezoeken. 
En misschien is het dat ook wel, 
want ze hebben alle
drie in een kindertehuis gewoond 
in Zuid-Afrika, voordat wij hen adopteerden. 
Maar toen waren ze nog zo klein, 
dat zijn ze allang vergeten.
Het was even zoeken voor ze, 
die eerste keer. 
Hoe speel je
met kinderen 
die een andere taal spreken? 
Het aftasten duurde niet lang, 
spelen
lukt ook zonder woorden wel 
als je nog zo jong bent. 
Die eerste avond zeiden ze
zelfs: 
wat gezellig zo'n kindertehuis, 
daar willen wij ook wel wonen!
In 2012 waren we er weer. 
En weer met onze kinderen. 
Het
ging een stuk minder gemakkelijk. 
“Mam, die kinderen praten een andere taal.” 
Hoe ouder je wordt, hoe belangrijker de taal. 
En, nog erger, 
de kinderen van Aksza spelen niet echt. 
Ze
wachten af tot onze meiden met iets beginnen 
en dan doen ze wel mee. 
Of soms
ook niet. 
Dat heb je met kindertehuis-kinderen, 
ze missen een veilig gehechte
band 
met een vader of moeder of een ander vertrouwd persoon. 
Als adoptieouders
weten we er alles van. 
En in Aksza zien we terug 
wat er gebeurt met kinderen
als ze geen eigen vader en moeder hebben. 
De kinderen groeien wel, 
maar ze
floreren niet. 
Ze worden goed verzorgd 
en de medewerkers proberen dat ook met
veel liefde te doen. 
Maar toch.
Altijd is weer de vraag: 
kunnen we niet meer doen? 
Geld
geven is hard nodig 
omdat deze kinderen zonder onze giften 
niet eens eten en
kleding zouden hebben. 
Geld is ook nodig 
om de medewerkers een (klein) salaris
te kunnen betalen. 
Ook zij moeten hun gezinnen onderhouden. 
Maar verder, kunnen
we verder nog iets bijdragen 
voor deze kinderen? 
Onze bezoekjes aan Roemenië zijn een bemoediging, 
dat merken
we wel. 
De kinderen zien een compleet gezin, 
met een vader en moeder en
kinderen. 
Dat zien ze niet zo vaak. 
Mijn man ravot met de jongetjes, 
dat vinden
ze heerlijk! 
Er zijn maar weinig mannen met wie ze zich kunnen meten. 
We zijn
een keer met het hele stel naar een zwembad geweest: 
de kinderen genoten! 
Ook
al konden ze niet zwemmen. 
We kunnen praten met de tieners, 
ze spreken goed
Engels. 
Ze vertellen ons over het gemis van hun ouders, 
over de problemen op
school 
omdat ze in een kindertehuis wonen, 
de onzekere toekomst na hun
opleiding. 
En wat doen wij? 
Niet zoveel, 
we luisteren, 
we bidden voor ze, 
we
proberen iets bemoedigends te zeggen. 
En nu gaan we dus weer naar Roemenië. 
Tussendoor zijn we een
paar keer 
zonder onze kinderen geweest, 
maar deze keer gaan ze weer mee. 
Ze
hebben er niet veel zin in, 
maar we nemen ze toch mee. 
Omdat ze steeds meer
doorkrijgen 
hoeveel de kinderen in Aksza missen. 
En omdat het niet erg is 
als
ze af en toe iets meemaken dat niet comfortabel voelt. 
De kinderen in Aksza
kunnen weer eens 
een paar dagen een normaal gezin zien en meemaken. 
Misschien
zijn we een voorbeeld voor ze 
en denken ze later, als ze zelf een gezin hebben, 
nog eens aan ons terug. 
Zo snijdt het mes hopelijk aan twee kanten. 
PS: Wil je meer weten over kindertehuis Aksza en
bejaardentehuis Siloam? Informatie is te vinden op www.scbkampen.nl Natuurlijk ben je van
harte uitgenodigd om ook een gift te geven! Dit is het bankrekeningnummer: NL98RABO0331257947